René Matthijs uit Erpe was binnenhuisschilder en dat hielp wel. “Oorspronkelijk plan was de voorgevel te schilderen en daarvoor kregen we ruim voldoende liters gele verf van een leverancier, maar omdat bij het krieken van de dag de zijgevel afstak en het geel te weinig zichtbaar was voor wie langs kwam op straat besloten we op eigen kosten nog verf bij te kopen.” De Van Impe’s merkten van de verfwerken overigens niks op. “Op de koppen van onze ladders hingen we doeken zodat die zeker geen geluid zouden maken en de lichten van mijn bestelwagen zorgden voor het licht.” De klus werd wel vergemakkelijkt doordat de gevel recent geschilderd was. “Die stond in gebroken wit-grijs en was een ideale ondergrond.” De gevel werd overigens niet alleen geel geschilderd. “De onderste boord lieten we open en daar bracht ik rode bollen op aan omwille van het uitstekende resultaat van Lucien in het bergklassement.” Bij het krieken van de dag ontdekte de politie de frapatsen. “Gelukkig lieten ze ons verder doen, maar het verhaal ging snel rond.” Al snel kwamen de eerste kijkers. “Om het wat vooruit te laten gaan, kregen we toen nog hulp van Herman De Vidts.” Dank van de familie kregen de nachtelijke schilders niet. “Als eerste reactie klonk het dat ons schilderwerk niet lang zo zou blijven, maar dat veranderde al snel toen de bussen bleven komen naar het gele café”, lacht René. Toen niemand minder als Nesten enkele dagen later op de gele achtergrond de beeltenis van ‘de kleine van Mere’ zette, was het beeld compleet. Het café bleef nog tientallen jaren in feeststemming.