Uit de voorgestelde cijfers blijkt dat het aantal gediplomeerde trainers globaal genomen afneemt. “Toch is dat in Houtem en Lede niet echt het geval. In Sint-Lievens-Houtem heeft 83% van de mensen een sportspecifiek of professioneel diploma. In Lede loopt dat aantal zelf op tot 92%”, vertelt Houtems sportfunctionaris Herwig De Vooght. Ook op andere domeinen doen beide gemeenten het niet slecht. Opvallend is wel dat Lede steeds iets beter scoort. “Daar is de aanwezigheid van het BLOSO-centrum Putbos met het bloeiende Vlierzele Sportief en de talrijke en diverse sportclubs in onze eigen sporthal niet vreemd aan”, vertelt Geert Uyttenhove van de Leedse sportdienst.
Bovendien blijkt dat nogal wat sporters uit Houtem door een tekort aan infrastructuur in de eigen gemeente eveneens naar BLOSO in Oordegem (Lede) uitwijken. In Houtem is dus duidelijk vraag naar extra sportinfrastructuur om het bestaande aanbod verder uit te breiden, want De Fabriek is zo goed als permanent volzet. Dat vertaalt zich in het kleine aantal sportclubs die in de gemeente een jeugdaanbod verzorgen en het beperkte aanbod van sportdisciplines. Jonge sporters kunnen slechts bij zes clubs terecht voor basket, verdedigingssporten en tennis. Voor meisjes is er bovendien nauwelijks een aanbod.
In Lede is het aanbod heel wat groter. Hier kunnen sportieve jongens en meisjes bij 15 verschillende clubs in de meest uiteenlopende disciplines terecht. Bij deze clubs leeft dan ook vooral de vraag naar extra trainers en opleidingen. Ook overleg met clubs uit andere disciplines worden als belangrijke ervaren. Dat bleek uit de resultaten van het onderzoek en werd bevestigd tijdens het groepsgesprek dat na de voorstelling gehouden werd. De aanwezige deelnemers waren duidelijk blij te horen dat ze niet alleen waren met hun problemen en dat het overal heel moeilijk is om vrijwilligers te vinden. Ook het lidgeld blijkt in elke discipline een gevoelig thema.
De conclusie van de avond was dan ook duidelijk: “Het is belangrijk om kwalitatief goede jeugdbegeleiders en –trainers te hebben, maar het is nog belangrijker om de huidige vrijwilligers te houden en nieuwe mensen warm te maken om mee te helpen.”