Edwin Brantegem (sp.a) stelde dat hij zich afvroeg of het geld voor eventuele instandhoudingswerken niet beter anders kan gebruikt worden. “Als we nu al op 6 à 700.000 euro uitkomen, kan ik wel andere prioriteiten bedenken voor dat geld. Ik ben akkoord met een studie, want we moeten weten wat een behoud zou kosten, maar ik ben geen voorstander veel geld uit te geven aan dergelijk idee”, stelde hij.
VB-fractieleider Marc Boterberg trad dat standpunt volmondig bij.
Schepen Rasschaert bekende zelf ook vragen te hebben bij de kostprijs. “Als ik naar de bedragen kijk moet ik mezelf vaak aanporren, maar ik ben er van overtuigd dat onze bevolking fier zal zijn eens het resultaat zichtbaar is”, stelde hij.