Elvira zal in het wit gekleed zijn, en de ringen liggen al klaar. Het feest wordt georganiseerd door het verplegend personeel, met alles erop en eraan. Het begint met een diner, dan is er koffie en taart, en na de plechtigheid volgt een dansfeest. «Viktor danst graag», blikt Elvira al vooruit. «Hij kan heel goed dansen, en ik ook. Ik ben blij dat ik hem heb. Hij is mijn bieke.»
Viktor kan ook heel goed vertellen. «Ik heb altijd in Lede gewoond», zegt hij. «Ik werkte in de textielfabriek aan de machine. Ik heb altijd op het boerenhof van mijn ouders in de Vijverstraat gewoond en twee jaar geleden kwam ik naar Villa Letha. Elvira was hier toen al een jaar.»
De twee kregen elkaar al snel in de gaten. «We kwamen elkaar altijd tegen op de plaats waar ik ging roken», vertelt Viktor. «Elvira moest er passeren omdat haar kamer vlakbij was. Toen we gingen eten, kwam ik bij haar zitten. Ze heeft niemand meer sinds haar beste kameraad is gestorven. Ik kon het niet zien dat ze er alleen moest zitten, zonder iemand om tegen te praten.»
Elvira komt uit Aalst, waar ze vroeger in de fabriek nylonkousen verpakte. «Ik heb Viktor op mijn knieën ten huwelijk gevraagd. Hij heeft direct ja gezegd. Onze kamers liggen tegenover elkaar en 's morgens ga ik hem wakker maken voor het ontbijt. Dan moet hij mij altijd eerst een kusje geven en gaan we samen naar beneden.»
Voor het koppel is de trouw heel belangrijk, ook al zal hun leven er weinig door veranderen. Viktor en Elvira blijven tegenover elkaar wonen. De kans bestaat wel dat ze naar een tweepersoonskamer verhuizen, zodra er eentje vrijkomt. In elk geval wijken ze geen moment van elkaars zijde. Gisteren woonden ze samen het carnavalsfeest bij, en ze gaan geregeld met zijn tweetjes op stap. «We gaan naar de wekelijkse markt, de winkel of maken een gezellige wandeling», zeggen ze.