De man, historicus en expert in signaturen op schilderijen uit de vroegste periode, heeft authentieke merken ontdekt op het Mariabeeld dat momenteel in Lede aanbeden wordt en deze komen bijna exact overeen met een beeld dat de man recent opmerkte in een privéverzameling. “Op foto’s van het beeld uit de kerk in Lede had ik gezien dat er sporen van merken waren. Toen het beeld deze week uit de nis gehaald werd in de aanloop naar de noveen ter ere van Maria en de Processie, kon ik die eindelijk van dichtbij bekijken en grondig bestuderen.
Zo ontdekte ik in verborgen merktekens dat het beeld het jaartal 1414 draagt, zoals algemeen wordt aangenomen, maar ook dat het door Johannes Rottiers vervaardigd werd in Mechelen en niet in Keulen zoals tot nog toe gedacht werd. In de merken staat ook dat het beeld voor de kerk van Lede gemaakt werd in opdracht van Baudewijn Gruutheere, heer van Lede en voorvader van de echtgenote van Markies De Bette.”
Uitzonderlijk is ook dat de man per toeval een gelijkaardig Piëtabeeld op het spoor kwam dat identieke merktekenen vertoont en in 1434 gemaakt werd. “Dit tweede beeld had de zelfde opdrachtgever, de zelfde maker en is eveneens afkomstig uit Mechelen. Deze Madonna werd wel 20 jaar later gemaakt en was bestemd voor de Mariakapel van de kerk”, vertelt de historicus. Hij gaat er dan ook van uit dat de kerk van Lede in 1434 als patroonheilige Onze-Lieve-Vrouw kreeg en dat daarom een 10 centimeter kleiner Mariabeeld in het zijaltaar geplaatst werd terwijl het huidige beeld een onderkomen kreeg in het hoogkoor.
Wanneer het tweede beeld terug verdween is echter niet duidelijk. “Mogelijk werden beide Madonna’s omwille van een brand, een Beeldenstorm of een andere reden gescheiden, maar de precieze reden blijft giswerk.” Vast staat wel dat door de ontdekking beide unieke beelden binnenkort tijdens een mis of een tentoonstelling tijdelijk zullen herenigd worden in Lede. Of de tweede ‘Zoete Nood Gods’ dan ook terug een permanent onderkomen krijgt in de dekenale kerk is nog niet duidelijk. “Een dergelijke Piëta zal wellicht heel duur zijn en de merkwaardige ontdekking van dit tweede prachtige beeld is nog maar net gebeurd.
Kunsthistorisch is wellicht ook nog meer studiewerk nodig”, reageert deken Eric De Leenheer van Lede. “De deskundigheid van deze historicus leert ons wel dat ons jubeljaar van 2014 correct is en de informatie over de maker en de herkomst zijn van groot belang voor de plaatselijke geschiedenis”, besluit de deken.