De reeënpopulatie in onze streek neemt de laatste tien jaar fel toe. Terwijl de eerste dieren van verderaf kwamen, gedijen de dieren hier rustig in de talrijke natuurgebieden zoals Honegem en de vallei van de Serskampse beek. Voor wandelaars en fietsers blijven ze wel zo goed als onzichtbaar. “Het gaat om heel schuwe dieren die enkel tijdens de bronst in augustus en september het zot in hun kop krijgen als ze achter een geit aanzitten”, lacht natuurconservator Peter D’Hondt. Tijdens het jachtseizoen durven opgeschrikte dieren ook al eens een straat oversteken. Herten leven in principe enkel in de Ardennen. “Op natuurlijke wijze komen ze hier niet, maar toch vonden we recent sporen in het Paellepelbos in Wetteren-Boskant die mogelijk van een afkomstig zijn. Meer dan waarschijnlijke betreft het ontsnapte of uitgezette dieren”, meent boswachter Reinhart Cromphaut van het Agentschap Natuur en Bos. De man benadrukt dat de dieren nog niet officieel waargenomen zijn. “Die kans is ook klein aangezien reeën en herten zich sterk verschuilen.”