Om te ontsnappen aan het Aalsterse carnavalsgeweld streek de productieploeg van de nieuwe vtm-politieserie 'De geboden', pas in 2017 op antenne, deze week neer in het leegstaande rustoord Villa Letha op de hoek van de Kasteeldreef en de Kasteelstraat in Lede. "Een unieke kans aangezien het gebouw volledig bruikbaar is en nog deels gemeubeld is", vertelt productieleider Johan Van den Driessche. De man is gemeente en OCMW ook dankbaar. "De verwarming werd opnieuw in gang gestoken en zelf het voortuintje lijkt opgeknapt." We namen zelf een kijkje in het gebouw en vonden een nog zo goed als volledige keuken, nog een 50-tal bedden verspreid over de kamers van de 80 vorige bewoners, een ingerichte kapel, een functionerende lift en nog tal van stoelen, tafels en bureaus. “Dergelijke locaties zijn echt uniek. Enkele weken geleden draaiden we in een leegstaande vleugel van het OLV-ziekenhuis in Aalst, maar hier zijn de mogelijkheden net iets groter.” Voor de opnames wordt zo een sprinklerinstallatie in werking gezet. “In tegenstelling tot een ziekenhuisvleugel is het hier geen probleem dat we alles eens onder water zetten”, knipoogt de man. Toch is de algemene toestand van het gebouw opvallend en in schril contrast met de uitspraken van OCMW-voorzitter Annelies De Meersman (Open Vld) in september vorig jaar. Die stelde toen dat het gebouw volledig ontmeubeld, de keuken uitgebroken en de nutsvoorzieningen afgesloten waren als voorbereiding op de sloop. “En dat was niet gelogen”, reageert ze nu. “Speciaal voor de opnames hebben we terug voor elektriciteit, gas en verwarming gezorgd. Bovendien heeft die ploeg zelf beperkte verfwerken uitgevoerd.” De keukentoestellen zijn verkocht en onbruikbaar door een lek. “Er is ook een probleem met de waterleiding dat we niet meer zullen herstellen.” Een sloopdatum voor het gebouw is nochtans nog steeds niet gekend. “We moeten de aanbesteding nog doen, maar bedoeling is het gebouw zo snel mogelijk tegen de vlakte te leggen.” Politie en brandweer plannen in elk geval wel nog oefeningen in het gebouw, maar voor vluchtelingen ziet De Meersman geen plaats. “Fedasil mag dan wel alles uitbaten, maar zo een opvang gaat heel wat verder dan bed-bad-brood. Elke vier maand komt er een nieuwe lichting en moet je de integratie herstarten. Als klein OCMW hebben we daarvoor geen capaciteit, maar we zetten wel in op de duurzame opvang van meerdere gezinnen.”