Als zoon van natuurconservator Peter D’Hondt kreeg Pieter-Jan zijn liefde voor de natuur met de paplepel ingelepeld. “Ik was 7 jaar toen ik samen met mijn oudere zus An-Sofie lid werd van de Jeugdbond voor Natuur en Milieu. Samen met mijn andere zus Anne-Laure zijn we nog steeds lid en genieten we liefst op zo veel mogelijk plaatsen van de natuur”, vertelt Pieter-Jan. Dat mag je letterlijk nemen. In februari trok de jongeman nog naar Polen. “Streefdoel was eens een lynx voor mijn lens te krijgen wat helaas niet gelukt was, maar de bizons wel”, vertelt hij. Sneeuwfoto’s zijn dan ook een passie.
“Het is geweldig om dieren te fotograferen in de sneeuw. Hun vacht is op zijn mooist en het contrast is geweldig. Wellicht klinkt het voor veel mensen raar, maar de winter is mijn lievelingsseizoen.” Van die winter krijgt Pieter-Jan momenteel een heel mooie portie. Voor zijn Erasmus-uitwisseling trok hij naar het eiland Spitsbergen tussen Noorwegen en de Noordpool. Hij verblijft er in Longyearbyen, het meest noordelijk bevolkte dorp ter wereld. “Alles is hier het meest noordelijke. De bankautomaat, de kerk, de camping, het ziekenhuis, de luchthaven, … Enkel de meest noordelijke postbus ontbreekt, want die staat een paar honderd kilometer verderop in een kleine nederzetting”, lacht hij.
Door de noordelijke ligging is het klimaat ook iets anders. “Toen ik aankwam was het hier -23° en als klap op de vuurpijl bleek de valies met mijn dikke kleren verloren te zijn gegaan in Oslo. Toen ik uit armoede met de kleren vanuit het vliegtuig mijn weg moest zoeken, heb ik echt kou gehad. Gelukkig arriveerde de valies iets later.” Van de kou zelf heeft Pieter-Jan nu nog weinig last. “We profiteren hier van een warme golfstroom en zoals we in België een dikke jas aan doen als het vriest, draag ik hier een iets dikkere donsjas. Uit de kraan komt ook voortdurend warm water om te vermijden dat de leidingen bevriezen. Het valt dus best mee”, klinkt het relativerend.
Het leven zelf is eveneens anders. “Samen met vrienden beleefde ik hier al de laatste zonsondergang en zonsopgang. Daar was slechts een half uur tussen en nu is het voortdurend licht. Iets waar mijn bioritme niet echt mee overweg kan. Soms ga ik om 17 uur al slapen. Gelukkig heb ik dikke gordijnen.” Ondanks dat de echte cursussen nog moeten starten, is de uitwisseling nu al geslaagd. “Ik heb al prachtige momenten meegemaakt. Gedurende een paar dagen kon ik de in Lapland zo goed als uitgestorven poolvossen zien. Die raakten bovendien zo aan me vertrouwd dat ze tot op een meter naderden. Mijn fototoestel scherpstellen lukte niet meer, maar het was geweldig om die dieren van zo dichtbij te zien spelen, vechten en paren.”
Angst voor de dieren heeft de student niet. “Poolvossen zijn niet gevaarlijk. IJsberen daarentegen zijn een risico. Als die in de buurt van het dorp komen, worden ze per helikopter weggejaagd. Tijdens de verplichte veiligheidscursus leerden we rijden met sneeuwscooters, noodzakelijk want ik ging al eens over de kop, en wat we moeten doen om benarde situaties met ijsberen te vermijden. Inclusief schieten, al is dat de allerlaatste, maar mogelijk wel enige en dus noodzakelijke, optie.” Tot nog toe kreeg Pieter-Jan echter nog geen ijsbeer te zien. “Zodra dat gebeurt, is deze Erasmus perfect en kan ik naar huis. Ik leef dus op hoop”, lacht de jongeman.