De van Wanzele afkomstige Geert Grepdon (58) belandde eerder toevallig in de gemeentepolitiek al was politiek in de familie wel een permanent gegeven. “Mijn grootvader die bij ons inwoonde was burgemeester en later volgde ook mijn vader, maar eigenlijk werd daar niet veel spel rond gemaakt. Dat was gewoon zo.” Zoals elke familie in die tijd leverde ook de familie Grepdon een misdienaar. “Dat geluk of ongeluk was voor mij. Later groeide ik door tot zwarte piet en Sint-Maarten. Van een carrière gesproken”, lacht de man. Toen het in aanloop naar de verkiezingen van 1988 tot een breuk kwam tussen de groep Grepdon met de liberalen en de socialisten die voorheen als Leedse Democraten naar de kiezer kwamen, werd hij aan boord gehesen om de lijst te vullen.
“Ik stemde toe om mijn vader te helpen, maar haalde meteen meer stemmen dan hem waardoor mijn start zijn politieke einde betekende.” Sindsdien zetelt Grepdon onafgebroken in de gemeenteraad. “Nochtans was mijn vrouw niet echt gelukkig toen ik gekozen werd en onmiddellijk in het schepencollege belandde.” Toch was die beginperiode de mooiste van zijn politieke loopbaan. “Als schepen van openbare werken, een mandaat dat ik ook nog een tijdje combineerde met het burgemeestersambt, beleefde ik het meest deugd aan mijn werk. Dat waren, vaak kleine, maar wel concrete zaken.” Een eenvoudig voorbeeld maakt dat meteen duidelijk. “Toen ik startte hadden we enkel gele verf voor parkeerstrepen. Op mijn aangeven zijn we gestart met de, momenteel onmisbare, belijning op de straten. We gebruiken daarvoor nu veel witte verf en dat is enorm tastbaar.”
Ook de realisaties die in de 24 jaar lange politieke carrière, waarvan 15 jaar als burgemeester, zijn bijzonder concreet. “Ik heb toch wel wat betekend voor het sportieve en culturele leven. Zo bouwden we sporthal De Ommegang, De Bron met de bibliotheek en net nog het nieuwe gemeenschapscentrum De Volkskring.” Ook op de aankoop door de gemeente van het Markizaatdomein van het Koninklijk Gesticht van Mesen is de man fier. “Het is weliswaar een omstreden dossier, maar we hebben gedaan wat we konden. Hadden we dat prachtig park kunnen kopen toen de school vertrokken was er misschien nog iets mee te doen, maar de toenmalige eigenaar gokte erop dat het perceel bouwgrond kon worden waardoor alles bleef staan en tot verval kwam. Van op straat zag het er allemaal redelijk uit, maar langs de kant van de binnenkoer was de aftakeling enorm. Slopen was helaas de enige betaalbare optie.”
De burgervader maakte ook heel wat vrienden in de politiek. “Mijn eerste voordrachtsakte werd destijds door alle gemeenteraadsleden ondertekend en ook later ben ik steeds een burgemeester over de partijgrenzen heen geweest.” De burgemeesterssjerp ging helaas soms ten koste van familie, vrienden en gezondheid. “In 1990 kreeg ik een angioom, een gezwel in de bloedvaten in mijn hersenen. Ik wijt het nog steeds aan de stress van die periode. Ik heb mijn verzekeringskantoor steeds gecombineerd met mijn job als burgemeester en dat was op momenten heel zwaar.” Vriendschappen onderhouden bleek evenmin eenvoudig. “Vaak moest ik passen voor reünies, maar na de laatste gemeenteraad stonden ze hier bijna allemaal. Dat doet deugd.” Ook voor de familie is een burgemeester in huis aanpassen.
“Toen de kinderen klein waren, kon dochter Anneleen soms zeggen ‘Wie is dat daar, ah ’t is onze vader.’ Ik heb me vaak schuldig gevoeld dat ik er te weinig was voor de kinderen, maar blijkbaar hebben ze me dat nooit kwalijk genomen.” Mooiste bewijs daarvan is dat Stijn Wille, de man van dochter Anneleen, vanaf januari als schepen in de gemeenteraad komt waardoor de familie Grepdon toch een beetje aan de macht blijft. “Ik was echt blij dat Anneleen daarmee akkoord was. Blijkbaar heeft ze door mij geen hekel gekregen aan politiek en dat is toch een geruststelling.” Dat de schoonzoon zijn eerste stappen in de politiek zet, blijkt ook een geruststelling. “Het is wel plezant stoppen als de schoonzoon volgt.”
De andere kinderen, Reinaut en Bart treden niet in de politieke voetsporen van hun vader. Zaterdag om 11.30 uur zal burgemeester Geert zijn allerlaatste trouw doen. “Die mensen hebben dat speciaal gevraagd en dat doet deugd.” Het is dan ook met overwegend positieve gevoelens dat Grepdon de deur van het gemeentehuis achter zich toe trekt. “Ik heb het geluk gehad dat het hier steeds rustig was. Er waren wel eens overstromingen en in 2002 was er wel een treinongeluk in het station toen wagons loskwamen, maar dat viel uiteindelijk nog mee. De ergste tragedie voor mij persoonlijk was de roofoverval in 2006 in de Kasteeldreef op mijn goede vriend en juwelier Eddy Sabbe die daarbij het leven liet. Zulke momenten vergeet je niet.”
Het moeilijkste moment moet echter nog komen. “Ik zie op tegen het afgeven van de sleutels en mijn badge van het gemeentehuis. Mijn vast ritueel was langs achter binnenkomen en een praatje maken met de koffiedames. Het zal raar doen als dat allemaal wegvalt, want de band met het personeel in een kleine gemeente is en blijft iets uniek.” Nu komt er een periode aan van rusten en genieten. “Sinds kort is Lore, de eerste kleindochter; er en nu zal ik ook meer tijd hebben om samen met mijn vrouw Mieke eens te gaan fietsen. Er zal zonder twijfel meer tijd komen om gewoon te genieten.” Volledig stilvallen zit er echter niet in.
“De verzekeringen blijf ik verder doen en dat is een geluk. Zo zal ik toch nog onder de mensen kunnen komen, want dat is wat ik zonder twijfel het meeste zal missen. De sjerp zelf laat ik zonder problemen los. Ik ben niet verslaafd aan de macht”, klinkt het. Zijn gemeente blijft hij wel trouw. “Ik ben een echte Ledenaar en zou nergens anders kunnen aarden. Geef mij maar ons mooie Lede met zijn mooie dorp en gezellige mensen.”