Hij zat op een bank aan de zijkant van het café toen hij plots leek in te dommelen. “Ik dacht eerst dat hij zat te slapen, maar betrouwde het niet erg omdat zijn kleur veranderde. Toen ik zijn buik niet meer zag bewegen en dacht dat er geen ademhaling meer was, riep ik cafébaas Danny dat ik het niet betrouwde”, vertelt Martine. Danny probeerde de man wakker te maken. Toen deze niet reageerde, controleerde hij of er nog posslag was. “Omdat ik niets voelde heb ik meteen de 100 gebeld.” Terwijl Danny aan de telefoon was en de instructies volgde van de telefonist van de hulpcentrale startte Marleen, haar familienaam wil ze liever niet in de krant en op de foto wil ze helemaal niet, de reanimatie.
Zij deed dat op basis van wat Danny via de telefoon vernam van de 100-centrale. “Ik ben aan de slag als instructeur informatica. Van het medische ken ik helemaal niets, maar ik heb gewoon gedaan wat ik moest doen en voor iedereen zou doen”, vertelt de vrouw nuchter. Op aangeven van Danny die aan de telefoon was, kon ze het leven van de man redden. “Danny riep dat ik zijn bovenkleding moest losmaken en hartmassage moest toepassen. Dat moest ik luidop doen zodat men aan de andere kant kon meeluisteren.” Martine was een hele tijd in de weer. “Tijdsbesef had ik helemaal niet. Toen ik te rap telde, riep Danny me dat het trager moest en tot de ziekenwagen en de MUG hier waren, ben ik bezig geweest.”
Andere cafégasten stonden er bedremmeld toe te kijken. “Het is me opgevallen dat er veel mensen waren die niet wisten wat te doen. Slechts één iemand heeft aangeboden het van mij over te nemen, maar omdat ik het ritme te pakken had bleef ik liever verder doen. Ik was me er voortdurend van bewust dat ik het leven van die man in handen had.” Na een tijdje kreeg André terug een beetje kleur. “Ik zag dat zijn gezicht minder grauw werd en plots hoorde ik een gerochel. Ik bleef echter verder doen tot de ziekenwagen er was”, vertelt Martine. De ziekenwagen maakte eerst nog een eigenaardige bocht. Een andere stamgast, Peter, liep daarop naar buiten om teken te doen waar de medische hulp nodig was.
“Ze zijn hier binnen nog geruime tijd aan het werk geweest vooraleer André stabiel was.” Voor Martine zat de klus er toen evenmin op. “Ik heb de baxter nog vastgehouden tot men hem naar de ziekenwagen bracht, maar ik vreesde dat hij het niet zou halen”, vertelt ze. De man, die in het verleden al meermaals te kampen had met hartritmestoornissen, lag gisteren nog steeds aan de monitor op de dienst hartbewaking in het ASZ.