Na de gemeentefusie veranderde er echter heel wat. De Langhe werd in 1976 meteen verkozen en hij zetelde vervolgens twaalf jaar als schepen en twaalf jaar als burgemeester. Nadien verdween hij even van het plaatselijk toneel toen hij naar de provincie trok, maar sinds 2006 maakt hij terug deel uit van de gemeenteraad in Erpe-Mere.
“Ik heb veel zien veranderen. Zo zag ik de eerste boekhoudmachine binnenkomen en het belang van dienstbetoon afnemen. Met de komst van de technologie ging ook veel menselijk contact verloren, want in de beginjaren werd er veel geregeld tussen pot en pint. Nu lijkt de politieke kleur echter steeds belangrijker in de dossiers.” Het succes van de liberalen in de Denderstreek is volgens hem te wijten aan het verder zetten van de liberale sociale politiek rond Aalst. Een keerpunt nadert echter.
“Het is een publiek geheim dat er in Erpe-Mere een voorakkoord is tussen CD&V en N-VA. Burgemeester Hugo De Waele (CD&V) heeft me dat overigens zelf bevestigd. We zijn dus bijna zeker dat we op de oppositiebanken zullen belanden.” Dat vooruitzicht schrikt hem echter niet af. “Schepen Beerens komt niet meer op omdat hij niet zonder schepenmandaat wou zetelen, maar ik heb al lang genoeg moeten zwijgen in de gemeenteraad. Een oppositiekuur zal dus niet slecht zijn, al zou ik natuurlijk liever vanuit de meerderheid verder het beleid bepalen.”
Stoppen zit er dus nog niet in. “Ik ben op pensioen en heb veel tijd. Zo lang ik gezond ben doe ik verder”, klinkt het monter. Dat de man op de vijfde plaats staat, heeft dus geen speciale betekenis. “Vorige keer was ik lijstduwer, maar nu wil ik jonge mensen zoals Kevin Van Impe ook een kans geven”, besluit De Langhe.