Dat ook gemeentebesturen niet ontsnappen aan het alziend oog van de belastingen mocht ook het gemeentebestuur van Erpe-Mere ondervinden. De fiscus ploos de boeken uit en concludeerde dat de verschillende pastoors te weinig of helemaal geen belasting betaalden op het gratis gebruik van de pastorieën, die eigendom zijn van de gemeente, als woonplaats. “Het probleem situeert zich in de manier waarop dat voordeel berekend werd. Vlak na de fusie werd met de fiscus afgesproken om het voordeel in te brengen op basis van een fictieve huurprijs. Die formule mag nu blijkbaar niet meer gebruikt worden, waardoor de fiscus het verschil terugvordert”, vertelt schepen van financiën Johan Van Vaerenbergh (CD&V).
Dat wordt bevestigd door enkele parochiepriesters, maar officieel wil niemand reageren. Op zich is de belasting niet onlogisch. Een parochiepriester kan in hoofde van zijn beroep genieten van het voordeel van een gratis woonst. Dat die gebouwen niet enkel gebruikt worden als woning, maar ook als parochiesecretariaat en vergaderzaal van vereniging maakt de situatie er niet eenvoudiger op. “Elke priester die hier de voorbije jaren was, krijgt door de fiscus wel een herziening van tussen de 2.000 en 10.000 euro.” Het gemeentebestuur van Erpe-Mere ontsnapt evenmin aan de fiscus.
“Wij moeten ongeveer 13.000 euro betalen omdat wij de fout maakten in onze berekening.” Daar blijft het echter niet bij. Ook andere inkomsten van de gemeente worden bediscussieerd. “Op de inkomsten die de gemeente ontvangt voor de concessie van de cafetaria van de sporthal, de verhuur van cd’s en dvd’s via de bibliotheek en ontvangen marktgelden vindt men nu blijkbaar dat gemeentebesturen roerende voorheffing moeten betalen. Alleen kosten die diensten ons veel meer dan ze ons opbrengen, maar daarmee wil men blijkbaar geen rekening houden.”
De gevorderde belasting voor de pastorieën werd meteen betaald. “We willen niet riskeren nog met 7% nalatigheidsintresten geconfronteerd te worden, maar tekenen wel beroep aan tegen de visie van de belastingsinspectie. Het andere dossier van de roerende voorheffing wordt momenteel op een hoger politiek niveau besproken omdat heel wat gemeenten daar nu mee geconfronteerd worden.”