De net afgeleverde vergunning legde een heel merkwaardig parcours af. Na een negatief advies van de gemeente Erpe-Mere en de provinciale milieudienst weigerde de deputatie van de provincie eind 2016 een milieuvergunning af te leveren. Die beslissing werd op 26 mei 2017 ‘definitief’ bevestigd door minister van Leefmilieu Joke Schauvliege (CD&V). Ook zij vond dat windturbines niet thuis horen in het gebied tussen het gemeentelijk domein Steenberg en het op- en afrittencomplex van de E40. Ze volgde daarin het standpunt van het actiecomité dat zich verzette tegen de molens omdat de geplande turbines volgens hun te dicht bij de huizen zouden komen. Bijkomende reden voor het weigeren van de milieuvergunning toen was de inkleuring van de Seskenskouter als waardevol landbouwgebied en de nabije aanwezigheid van een zeldzame vleermuizenpopulatie. Engie Electrabel tekende echter beroep aan tegen de geweigerde beslissing waardoor het dossier voor de Raad van State kwam. Daar werd geoordeeld dat de weigering niet correct gebeurde. Omwille van die uitspraak leverde minister Schauvliege nu toch een milieuvergunning af voor twee – en niet voor de oorspronkelijk aangevraagde drie – turbines. Op die manier zou de afstand tot de dichtste huizen toenemen. William Rottiers van het actiecomité reageert ontgoocheld. “Definitief betekent voor mij iets dat niet meer kan gewijzigd worden. In politiek België is het blijkbaar totaal geen probleem om dat toch nog te doen. We beraden ons voor verdere stappen”, aldus de man. Aangezien Engie Electrabel ook over een stedenbouwkundige vergunning beschikt, houdt in principe niets de start van de werken tegen. De gemeente Erpe-Mere onderzoekt wat nog kan gebeuren. “We hebben destijds bezwaar ingediend tegen de stedenbouwkundige vergunning, maar dat bezwaar werd nooit behandeld omdat er geen milieuvergunning was. We onderzoeken nu om dat bezwaar opnieuw in te dienen”, aldus burgemeester Hugo De Waele (CD&V). De uitspraak is ook een gevaarlijk precedent voor de talrijke andere aanvragen in de buurt. “Aangezien een ruimer kader nog steeds ontbreekt en er verschillende gegadigden gelijkaardige aanvragen indienden rond Ottergem, Vlekkem en Vlierzele riskeren we andermaal de speelbal te worden van tal van aanvragen en beroepsprocedures”, besluit milieuschepen Reinold De Vuyst (N-VA).