De voorbije twintig jaar liep Kathleen Steenhaut uit Mere meer dan 90.000 kilometer. Goed voor tweemaal de afstand rond de evenaar. “Jaarlijks loop ik 4.650 kilometer en dat doe ik intussen al een twintig jaar lang”, vertelt ze. Een tijdrovende activiteit, zeker als je weet dat de atlete het lopen tot vier jaar geleden combineerde met een job als kapster in het salon van haar ouders in Nieuwerkerke. “Het vroeg wel wat planning. Maar als je het graag doet, is het geen probleem om elke ochtend om 6 uur de loopschoenen aan te trekken.” Nochtans begon het allemaal met gewoon wat recreatief lopen. “Na de geboorte van zonen Jens en Stef liep ik ongeveer drie keer per week een uurtje voor de fun.” In 1998 volgde de eerste marathon. “Een droom die uitkwam nadat ik in het salon marathonloper Gustaaf De Pauw om een trainingsschema vroeg.” Vanaf dan werd lopen nog meer een passie. “Vooral omdat bleek dat ik blijkbaar toch iets van talent had”, lacht Kathleen. Haar tweede marathon liep ze een half uur sneller dan haar eerste. “Toen was ik helemaal door de microbe gebeten.” Opmerkelijk is wel dat de atlete zich niet beperkt tot langeafstand. “Momenteel doe ik aan veldlopen, maar ik loop zowel de 3 km, 5 km, 10 km, halve marathon en marathon. Stilzitten is niets voor mij en ik doe alles omdat het nu eenmaal lukt.” In alle disciplines rijft ze medailles alsook Belgische en Europese kampioentitels binnen. Topprestatie was vorig jaar op de 3.000 meter tijdens de mastersinterland. Ze verpulverde een Belgisch record dat 20 jaar stand hield van 10'51 naar 10'43”. “Zelf had ik het niet door. Ik was aan het trainen voor langeafstand waardoor ik mezelf kansloos achtte. Mijn uurwerk had ik geeneens op waardoor ik pas besefte dat ik goed op dreef was toen de stadiumomroeper zei dat ik op weg was naar een nieuw Belgisch record.” Een onbeschrijfelijke ervaring. “De adrenaline tijdens het lopen is geweldig, maar het winnen gaat daar nog boven”, lacht ze. Dat Kathleen het op haar 51ste nog zo goed doet, heeft ze te danken aan een ijzersterk gestel. “Tien jaar geleden liep ik tijdens een marathon een stressbreukfractuur in mijn bekken op. Op adrenaline liep ik de laatste tien kilometer nog uit om binnen te komen op 3u41. Nadien was lopen zes maanden uitgesloten waardoor ik op andere manieren trainde, maar verder ben ik volledig blessurevrij gebleven.” De vrouw geniet een enorme steun van haar gezin, let heel sterk op haar voeding en traint nog beter sinds ze vier jaar geleden stopte als kapster. “Dit jaar wil ik mijn marathontijd terug onder de 3 uur brengen en mijn streven is om binnen enkele jaren op die afstand wereldkampioen te worden.” Naast haar trainingen is de atlete ook aan de slag als looptrainer. “Mijn eigen zoon voetbalt en zo merkte ik dat veel spelers verkeerd lopen. Ik verdiepte me in de materie, volgde cursussen en sta intussen vijf avonden per week ben op het veld van voetbalclub KVC Jong Lede. Daarnaast verzorg ik nog individuele trainingen van lopers en voetballers die dezelfde passie voor sport delen als mij.”