Leiding nemen, leerden Lutgarde Van der Eecken (60) en André Van den Bossche (62) allebei in de jeugdbeweging. "Ik ben van Vlierzele en zat jaren in de Chiro", vertelt Lutgarde. André groeide op in Bambrugge en was er in de KSA. "In de jeugdbeweging leer je met kinderen omgaan. Het heeft me zonder meer geholpen toen ik in het onderwijs ging." Zijn vrouwelijke collega knikt bevestigend. "Doorbijten en er voor gaan. Dat was onze natuur", vertelt ze. Niet enkel in Chiro en KSA, maar ook sportief. "Basketbal en atletiek bij Vlierzele Sportief. Op een bepaald moment speelde ik basket in tweede nationale." Ook André was een bezige bij. "Van mijn 16 tot mijn 36 jaar speelde ik bij de eerste ploeg van KRC Bambrugge. Nadien speelde ik nog zes jaar bij KVS Burst en werd ik jeugdtrainer in Bambrugge." Door de combinatie sport-onderwijs zag André zijn zoon bijzonder veel. "Ik had hem twee jaar in de klas en was ook zijn jeugdtrainer. Op een bepaald moment was hij me beu gezien", lacht de man. De kinderen van Lutgarde zorgden dan weer voor een primeur in het bisdom Gent.
Zwangere directeur
"Ik was amper 31 jaar toen ik directeur werd. Even later keek het bisdom raar op van een zwangere directeur. Zoiets hadden ze nog nooit meegemaakt." Lutgarde ging er echter voluit voor. "Ik kandideerde destijds samen met 21 anderen. Nooit gedacht dat ik het zou halen en na elf jaar het Sint-Lievens-Instituut van Sint-Lievens-Houtem achter me zou laten." De sfeer daar was dan ook onbeschrijfelijk. "Een hechte groep collega's waar ik me geweldig kon uitleven in het leerkrachtentoneel." Dat achterlaten was behoorlijk moeilijk. "Als - bovendien jonge en van buitenaf komende - directeur stond ik als opvolgster van zuster Magdalena steeds een stuk buiten het team. De sfeer van toen ik leerkracht was, heb ik altijd gemist. De tol van directeur zijn. Toch prijs ik me gelukkig met een geweldig team en een formidabele ouderraad." Een ervaring die André helemaal deelt. "Ik was natuurlijk ouder en ben pas tien jaar geleden directeur geworden op uitdrukkelijk verzoek van mijn collega's. Ze hebben op me ingepraat en me overtuigd om te vermijden dat er een andere 'Pipo' zou komen. Ik diende mijn kandidatuur op de allerlaatste dag in en werd gekozen." Van den Bossche verliet daarop zijn vertrouwde klassen. Toch bleef hij 'meester' André. "Daar heb ik altijd op gestaan. Ik ben en voel me geen directeur, maar wel iemand van het leerkrachtenteam."
Papierwerk
Het directeurschap verliep vlot, maar niet van harte. "Als ik het zou mogen overdoen, zou ik die stap niet meer maken. Er is te veel papierwerk en geregel. Zieke leerkrachten vervangen waren dan ook steeds hoogdagen voor mij." André stond duidelijk dolgraag voor de klas. "Kindjes leren schrijven en er mee spelen. Dat is het mooiste dat er is." Ook vandaag trapte André nog geregeld een balletje, speelde hij tikkertje of deed hij tijdens de speeltijd mee met een toneeltje. "Meestal moest ik dan baby spelen en een papflesje krijgen", lacht hij. Met twintig jaar dienst voor het eerste leerjaar en nadien nog eens tien voor de vijfde klas passeerde een volledige generatie voor zijn schoolbord. "Ik heb nu leerkrachten in mijn team die mij hier zagen beginnen en herinneren dat ik verhaaltjes vertelde als ik mijn hoed opzette. Dat betekent dat ik oud word zeker." Lutgarde en André delen één duidelijke visie over hun school. "De kinderen zijn het belangrijkste", klinkt het zowat in koor. "De jaren dat ik hier de zorg mocht doen, heb ik daar meest van genoten. Op zulke momenten merk je dat je het verschil kan maken", aldus André. "Ik maakte het verschil anders. Niet kunnen kon niet voor mij. Dat ging niet altijd zonder slag of stoot, maar ik ben blij en fier voor wat ik hier realiseerde al moet ik toegeven dat ik mezelf soms voorbij gelopen ben."
Instapklasje
Toch stond ook Lutgarde heel graag voor de klas. "Maar ik hou van uitdagingen en ben die ook volop aangegaan." Door de jaren heen verdween het toneelspelen op de school en bleven enkel de toespraken voor het openen en afsluiten van het schooljaar. "Momenten waar ik echt van genoot", aldus Lutgarde. Contact met de leerlingen onderhield zij op haar manier. "Al die jaren ben ik voorzitter geweest van het leerlingenparlement. Dat heb ik nooit willen afgeven." Als directeur maakten beidende jongste jaren ook nog het verschil. André startte recent in Lede met een 'Opstapklasje' voor kinderen die onvoldoende rijp waren voor het eerste leerjaar terwijl Lutgarde haar school uitrustte met een 'Peuterhuis'. Een aanpak die zich bij beide scholen ook in cijfers liet optekenen. In Mere groeide de kleuter- en lagere school onder Lutgarde van 450 naar 576 leerlingen of 27 klassen. In Lede ging het in die 41 jaar dat André er rond liep van 450 naar 577 lagereschoolkinderen in 25 klassen vandaag. "Geweldig toch als je dat kan voorleggen en weten dat je geen enkele dag tegen je zin naar school bent gegaan." Nu de pensionering nadert, dreigt voor allebei het zwarte gat. "Het was lang om vol te houden maar het is mooi geweest. Mijn man is net op pensioen gegaan waardoor er nu meer tijd komt om te lopen, wandelen en te genieten", vertelt Lutgarde. André zal nog meer op de fiets te vinden zijn. "Vorig jaar heb ik heel plots een goede vriend verloren. Ik kon al vier jaar stoppen, maar dat gaf de doorslag."
Mevrouw Hart
Toch nemen ze hun school en de duizenden leerlingen mee in hun hart. "De kleutertjes noemden me mevrouw Hart en daar zit deze school ook." Met mooie en ook pijnlijke periodes. "De tijd dat ik hier was, moesten we van drie leerkrachten afgeven. Verschillende kinderen verloren hun ouders en het meest tragische was toen dat ten gevolge van een zwaar misdrijf gebeurde. Zoiets neem je voor je leven mee, maar gelukkig heb ik nooit kinderen moeten zien gaan." Ook bij André zijn er leerlingen die voor de rest van zijn leven in zijn hart steken. "De draak die een jongen met epilepsie me ooit gaf, verhuist zonder meer van mijn bureau naar me thuis en een meisje dat maanden in coma lag na een ongeval tijdens het kermisvuurwerk zal ik eveneens nooit vergeten." En voor wie er mocht aan twijfelen: zowel Lutgarde als André zijn bereid nog in te springen wanneer dat nodig is. "Ze mogen altijd bellen", besluiten ze.