Een massa volk en heel wat oud-wielrenners kwamen zaterdag naar Mere afgezakt voor de feestelijkheden en onthulling van het standbeeld voor wielerheld Lucien Van Impe. Met een palmares van 15 voltooide deelnames aan de Ronde van Frankrijk, tien slotklassementen in de top tien, zes bolletjestruien en nog tal van andere prestaties in de Italiaanse Giro werd Van Impe in 2007 officieel uitgeroepen tot beste klimmer. De feestjes destijds waren immens en de herinneringen daaraan zetten het geboortedorp Mere de voorbije weken andermaal in rep en roer. Duizenden gele wimpels, huizen en brievenbussen in het geel, zebrapaden met rode bollen… alles werd opnieuw ingezet voor een ultiem eerbetoon waarvoor zelf wielrenner Raymond Poulidor (80) speciaal uit Frankrijk kwam afgezakt. De man kwam zelf met zijn wagen uit Parijs. “Geen probleem. Alleen raakte ik volledig geblokkeerd in het centrum van Mere terwijl ik eigenlijk in het gemeentehuis moest zijn”, vertelde die. De man bleef gans de dag aanwezig bij de feestelijkheden. Eddy Merckx – net geopereerd aan de rug – kwam maar heel kort langs. “Ik heb nog veel last, maar wou Lucien graag nog eens persoonlijk de hand drukken”, stelde die. Van Impe zelf was in de wolken met al die aandacht. “Mijn geluk is dat ik pas na Merckx de Tour gewonnen heb en daardoor nog steeds de laatste Belg ben. Anders werd over mij wellicht geeneens meer gesproken”, relativeerde hij. Andere oude-ploeggenoten zoals Hubert Arbes, Willy Teirlinck en René Dillen daagden eveneens op en ook streekgenoot Frans Melkenbeeck uit Erondegem tekende present. Tijdens de feestelijke inhuldiging van het standbeeld van Mere kwamen daar nog een massa fans bij. Leslie Bruyndoncks en Monique De Smedt van trommelkorps ‘Vel en Gamel’ uit Aalst gingen maar wat graag op de foto met de bekende wielrenners. Merenaren Peter Verstichel, Maaike De Brouwer en dochtertjes Roos (5) en Paulien (3) waren volledig in het geel uitgedost. “In een andere kleur durfden we echt niet komen”, verklappen ze. Een VIP-uitzicht was er voor Bart Van den Fonteyne en Tommy Verburgh. “Wij hebben ons met een glaasje bubbels op het plat dak boven onze garage geïnstalleerd waardoor we hier over de allerbeste plaats beschikken”, vertellen die. Zij zagen dat Van Impe zwaar onder de indruk was. “Na 1976 verschiet ik van niets meer in Mere, maar dit is werkelijk geweldig”, reageerde hij bij de onthulling van zijn eigen levensgroot standbeeld. “Normaal moet je dood zijn vooraleer je een standbeeld krijgt, maar in Mere wilde men zo lang niet wachten en daar ben ik eigenlijk wel blij om”, lachte Lucien uitbundig.