Uit die cijfers kwam naar voor dat in Herzele bijna één op twee sporters aangesloten is bij een club. Een absoluut record in de regio. De gemeente Herzele, zelf nauwelijks geïnformeerd over de oorsprong van de rangschikking, ging er onterecht van uit dat de cijfers het gevolg waren van een globaal onderzoek. "Klopt niet. Het ging louter om het aantal aangesloten bij clubs en het aantal leden van sportfederaties, maar omdat sportieve mensen niet noodzakelijk lid zijn van een club zijn daarop gebaseerde rangschikkingen intellectueel oneerlijk." De gehanteerde werkwijze verklaart dan ook meteen waarom Ninove en Erpe-Mere onderaan de rangschikking bengelden. Beiden tellen heel wat actieve lopers die niet aangesloten zijn bij een sportclub en hebben heel wat inwoners die in buurgemeenten gaan sporten waardoor het aantal aangesloten bij hun plaatselijke sportclubs met 1 op 15 eerder beperkt is. De cijfers zijn dus enkel bruikbaar als indicatie voor sportiviteit in plaatselijk clubverband.