De laatste jaren deed De Wilde het wat rustiger aan, maar met drie nieuwe nummers, een eigen biografie en een theatertournee langs 24 culturele centra staat de 71-jarige Jan De Wilde opnieuw volop in de schijnwerpers. “Een speling van het lot, want het PMS adviseerde me destijds om ingenieur te worden en mijn vader had al geregeld dat ik aan de slag kon bij weefgetouwen Gilbos in Herdersem. Had ik dat gedaan, was ik wellicht al lang dood geweest van de stress.” Die carrières kwamen er dus niet. “Ik heb het geluk gehad dat ik steeds mijn zin heb mogen doen en dat mijn vrouw Lieve me daarin ook steunde. De eerste jaren van ons huwelijk werkte zij en leefde ik op haar kap. De familie sprak er toen schande van.” Het eerste tv-optreden van Jan De Wilde in Tienerklanken liep nochtans bijna fout af. “Op een bankje aan de Schelde had ik mijn laatste coupletje nog wat aangepast en op een bierkaartje geschreven. Het hing aan de statief gekleefd, maar ik vond het niet terug toen ik het nodig had. Ik heb me er uitgered door een vertraging in te bouwen, maar op het podium heb ik nog altijd een gezonde stress.” Bij elk optreden ligt daarom ook vandaag nog het liedjesboek in de buurt. “Voor sommige liedjes heb ik nog steeds de startwoordjes nodig alvorens ik kan beginnen. Veel fans kennen mijn nummers dus beter dan ik.” Tijdens zijn carrière leerde De Wilde ook wat nederigheid betekent. “Louis Neefs kondigde me ooit aan als Jean De Wilde en toen ik in de jaren ’70 met Urbanus toerde en die meer succes kreeg dan ik, werd meermaals gevraagd of er al spots nodig waren voor mijn optreden of hoorde ik bij de ingang zeggen dat het optreden pas om half tien, dus toen ik gedaan had, van start ging.” De samenwerking met Urbanus, die enorm veel inspiratie haalde uit het werk van De Wilde en hem uiteindelijk overvleugelde, stopte toen die begin de jaren tachtig heel succesvol werd. “Het publiek dat toen voor Urbanus kwam, was mijn publiek niet meer. Maar we zijn ook vandaag nog altijd goede vrienden.” Door de jaren heen is er wel een en ander verandert. “Ik heb overal opgetreden en herinner me vooral dat we in de beginjaren niet zo in de watten werden gelegd als nu.” De Wilde speelde in honderden kleine zaaltjes en cafés, maar ook in tal van gevangenissen. “Tijdens een optreden in Merksplas is zo ooit een gevangene ontsnapt en heeft een andere zich verhangen”, herinnert hij zich. Op andere plaatsen was aanwezig zijn belangrijker dan zingen. “In een stenen molen in Ruddervoorde raakte ik op een dag niet verder dan twee nummers. Tijdens mijn gebruikelijk babbeltje tussendoor kwam er zo veel interactie van het publiek omdat er meer ‘zwienen dan mensen waren’ dat verder spelen onmogelijk was. Gelukkig vond de organisator contact met het publiek belangrijker dan zingen.” Het droevigste optreden in het begin van de jaren ‘70 hield De Wilde in een jeugdsociëteit in Amsterdam. “Het publiek bestond uit drie totaal gedrogeerde gasten die uitgeteld op een bank lagen. Gelukkig waren we toen met vier of vijf Vlaamse groepen en konden we voor elkaar publiek spelen.” De ellendigste periode uit de voorbije 50 jaar was ook net de meest succesvolle. “Na de geweldige LP ‘De bende van Jan De Wilde’, bracht ik in de jaren ’90 het scheldliedje ‘Hè hè’. Plots kreeg ik hier een massa volk aan de deur en kreeg ik ’s nachts telefoontjes van zatlappen. Ik verschanste me toen in de badkamer, want die woeste populariteit was niets voor een verlegen man als ik. Gelukkig is dat na enkele maanden overgewaaid” Toch bleef muziek maken een enorme passie. “Eigenlijk geniet ik vandaag nog meer van het zingen dan vroeger. Vooral omdat ik vind dat ik nu ook honderd keer beter kan.” Over zijn 50-jarig carrière is De Wilde kort. “Ik zou het meteen opnieuw doen zonder er iets aan te veranderen. Ik heb een prachtig leven gehad en me nooit geforceerd”, klinkt het duidelijk. Een standpunt dat echtgenote Lieve volop bijtreedt al staat zij voor de tournee die nu van start gaat niet meer mee op de planken. “Ik heb dat 40 jaar gedaan en bewezen dat ik het kon, maar nu doe ik het bewust niet meer omdat ik de nervositeit niet meer wil. Toch ga ik nog naar elk optreden mee”, vertelt die. Jan zelf blijft overigens schrijven. “Ik merk dat ik stilaan mijn oude thema’s opnieuw oprakel en vertel met nieuwe woorden.” Mooi voorbeeld daarvan is de nieuwste single ‘Hare Krishna Halleluja’. “Dat nummer schreef ik ongeveer vijf jaar geleden als waarschuwing voor de vertelseltjes van de geestelijke leiders, maar omdat ik er geen muziek voor vond bleef het in de schuif.” Gans zijn leven droomde de kleinkunstenaar van een eigen piano en voor zijn 70ste verjaardag kreeg hij uiteindelijk een elektrische exemplaar. Net dat nieuwe instrument hielp hem uiteindelijk uit de nood. “Ik zat wat te tokkelen en plots vond ik de perfecte rustige muziek.” Hoe lang De Wilde nog wil doorgaan is niet duidelijk. “Op mijn 91ste zie ik me dit niet meer doen, maar enkele jaren moet toch nog lukken. In mijn achterhoofd zie ik al een volgende tournee met een kleinere bezetting voor culturele centra die het financieel minder breed hebben. Zolang mijn gezondheid het toelaat wil ik in elk geval blijven schrijven en zingen.”