Een tiendaags uitje naar Italië voor de ‘gebroken harten’-club van Jan Willaert uit Erpe-Mere, diens neef Francis Willaert uit Keiem bij Diskmuide en kennis Kristof Declerck, huisarts in Wenduine, eindigde in een werkvakantie. “De laatste vijf dagen van onze trip hadden we, om de vrede met de dochters die eveneens meereisden te bewaren, een huisje gehuurd in het Toscaanse Giuncaricio niet al te ver van zee en cultuur”, vertelt Jan. Het kleine dorpje met amper 400 inwoners beschikte over een zwembad en een tennisplein. “Dat zwembad was in orde, maar het overwoekerde stukje grind was enkel in een ver verleden een tennisplein geweest.” Omdat Kristof en Francis wat graag wilden tennissen, besloot Jan de koe bij de horens te vatten. “Omdat ik niet goed kon slapen, ben ik op de voorlaatste dag van onze vakantie ’s ochtends om vier uur gestart met het tennisplein schoon te vegen.” De morele druk deed de rest. “Toen de anderen wakker werden volgden ze mijn voorbeeld en hebben we het plein zo goed en zo slecht mogelijk opgeruimd.” Het gezelschap verwijderde een massa onkruid en kocht zelf verf om de lijnen en de scheidsrechtersstoel te herverven. “Tijdens mijn werk als helikopterpiloot deed ik ooit hetzelfde bij een verloederd hotel in het Afrikaanse Sierra Leone. We gingen er normaal zes maanden verblijven, maar het werden er tien. In de vierde maand gingen we daar ook aan de slag om het tennisveldje en een beachvolleybalterrein op te knappen. Nadien hebben we daar nog veel gespeeld en ik weet dus ook dat zo een opknapbeurt niet onoverkomelijk is.” In Italië zat tennissen er echter niet in. “Het ontbrekende net hadden we nog opgelost met afspanninglint van de parking aan ridderspelen die we in de buurt bezochten, maar tennisballen bleken een onoverkomelijk probleem.” Het gezelschap had wel vier rackets, maar de tennisballen waren achtergebleven in de wagen aan de luchthaven van Charleroi. “En in het ganse dorp was geen enkele tennisbal te vinden.” Omdat de dichtste winkel 20 kilometer verder was, werd ook op de laatste vakantiedag niet getennist. “In de plaats bezochten we Firenze, maar we hebben de mensen ginds gevraagd het terreintje te blijven onderhouden zodat we bij een terugkeer wel kunnen spelen.” De nobele daad van de Belgen ging in Italië niet onopgemerkt voorbij. “Toen we geland waren, kregen we bericht dat onze inspanningen ginds een internetkrant haalden omdat wij een klus klaarden waar het gemeentebestuur na een jaar blijkbaar nog altijd niet in geslaagd was.”