Samen met de andere kotgenoten kon hij zich net op tijd uit de voeten maken. Twee agenten die als eerste ter plaatse waren aan het kot in de Jakob Jordaensstraat vlakbij de Kattenberg hadden minder geluk. “Net op het moment dat zij het pand binnenstormden, ontplofte een gasfles.” Die fles was achtergebleven nadat arbeiders er ’s ochtends roofingwerken hadden uitgevoerd. Dieter zag de agenten na de explosie de straat komen opgestrompeld. “Zelf stonden we toen al aan de overzijde van de straat.” Omstaanders die op de luide knal waren afgekomen, goten meteen water over de agenten.
“Daarna zijn ze meteen het kot na ons binnen gegaan.” Uiteindelijk werden de agenten met tweedegraadsbrandwonden opgevangen in het UZ. Ze verkeerden niet in levensgevaar. De brandweer kreeg de vlammen in het kot snel onder controle, maar de klap van de explosie richtte flink wat averij aan. “Aan mijn kot is zo goed als geen schade, maar door dat de gemeenschappelijke delen er veel erger aan toe zijn, is het gebouw tijdelijk onbewoonbaar.” Daardoor wordt de ouderlijke woonst in Mere tijdelijk de nieuwe uitvalsbasis van de student. "Maar als ik vroeg les heb, kan ik wel bij vrienden blijven slapen in Gent."