Sinds de start ongeveer een jaar geleden ontfermde PoesPas zich al over meer dan driehonderd zwervende kattenjongen. “Omdat we weten dat zwervers van straat van alles mee brengen, zijn we nochtans steeds heel voorzichtig. Alle dieren worden door een dierenarts onderzocht, worden gevaccineerd, gechipt en vaak ook gecastreerd of gesteriliseerd”, vertellen Linda en haar collega Kristine Moens uit Mere. Toch liep het fout.
“Een paar weken geleden kregen we signalen dat enkele van bij ons geadopteerde kittens heel ziek waren. Toen ook enkele poesjes die bij ons verbleven ziek werden, dachten we al aan de gevreesde kattenziekte.” Die vrees bleek dit weekend waarheid. “Uit de resultaten van de autopsie en stoelgang van twee poezen die in de kittenkamer verbleven, blijkt dat het wel degelijk om parvoof de kattenziekte gaat.” Omdat het parvovirus bijzonder kwaadaardig is, de katten diarree bezorgt, en de overlevingskansen voor dieren jonger dan een jaar heel klein zijn, blijft het nu bang afwachten.
“Twee katten blijken drager van het virus. Ze zitten nu in quarantaine. Hopelijk zijn ze sterk genoeg om te overleven.” Voor Linda is het emotioneel een serieuze tegenslag. “Ik heb het werk voor dit initiatief serieus onderschat. Dagelijks ben ik uren bezig, een van die overleden katjes heb ik met de papfles om de vier melk gegeven, en die combinatie is niet evident voor het gezinsleven. Door deze tegenslag twijfel ik of verder doen wel een goed idee is. Uiteindelijk lopen ook mijn eigen katten gevaar wat het emotioneel nog zwaarder maakt”, vertelt ze. Voor Volksgezondheid is er echter geen probleem. “Die hebben met ons bekeken wat moet gebeuren en we hebben alle maatregelen genomen.”