De aanwezigheid van de grote hoeveelheid hout, en het vermeende brandgevaar, is voor veel mensen de reden waarom ze het niet aandurven om in houtskeletbouw een huis op te trekken. Toch is het een veel gebruikte techniek bij uitbreidingswerken en daar zijn verschillende redenen voor. “Of het financieel echt voordeliger is durf ik niet zeggen. Feit is dat het in elk geval wel heel wat sneller vooruit gaat. De fundering dient eveneens minder stevig te zijn waardoor houtskeletbouw uitermate geschikt is voor bouwwerken op een minder goede ondergrond. Verder mogen we ook het duurzaam en ecologisch aspect niet vergeten”, klinkt het bij de firma Sibomat uit Zulte die jaarlijks een tweehonderdtal houtskeletwoningen bouwt.
Ook op langere termijn blijken er belangrijke voordelen verbonden aan houtskeletbouw. “Hout isoleert beter waardoor dergelijke woningen een beter EBP-halen en er later bespaard wordt op de energiekost.” Daarnaast blijft natuurlijk ook het comfortgevoel van een woning in hout. Het is dan ook niet toevallig dat deze trend overgewaaid komt uit de Scandinavische landen, Canada en Amerika. Volgens gespecialiseerde bouwwebsites zijn er echter niet alleen voordelen aan houtskeletbouw. In de zomer warmen de huizen sneller op omdat er geen dikke koele steen rondom staat. Om die reden wordt vaak extra zonnewering en ventilatie voorzien. Hout is eveneens minder vast en kan dus uitzetten of krimpen, maar daar wordt tijdens de constructie rekening mee gehouden.
Door de dunnere muren bestaat eveneens de kans dat buiten- en binnengeluid zich verder verplaatst, maar met een goede isolatie zou het verschil met een gewone woning minimaal zijn. Wat brandveiligheid betreft is het hout niet noodzakelijk slechter. “Bij de meeste grote maatschappijen is er voor gezinswoningen geen verschil in de te betalen verzekeringspremie”, weet makelaar Franky Vanhee. “Daar is ook weinig reden toe”, klinkt het bij de bouwers verenigt in HSOB. “Hout vormt bij verbranding een verkoolde laag en die beschermt zo het achterliggende hout. Vergelijk het met een bosbrand waar na de brand de bomen nog steeds rechtop staan. Uiteindelijk doen wij net hetzelfde”, vertelt HSOB-woordvoerder Jan Dietvorst.
“Een andere, zo mogelijk nog meer gebruikte techniek, is die van materiaalcombinaties. Aan de binnenkant worden gipsen platen gebruikt en aan de buitenzijde baksteen. Zo komt het vuur bij een brand lange tijd niet in contact met het hout waardoor een houtskeletbouw vaak brandweerstanden heeft van meer dan twee uur.” Brandweercommandant Wim Van Biesen van de Aalsterse brandweer treedt dat bij. “Het is zeker niet zo dat een houtskeletbouw veel minder veilig is. Mocht dat het geval zijn, zou het ook niet toegelaten zijn”, zegt hij. Toch kan de bouwmethode in geval van brand enkele bijkomende problemen opleveren voor de brandweer.
“Het skelet kan vuur vatten en net door de isolatie is het skelet vaak heel moeilijk bereikbaar.” Of de houtskeletbouw bij de brand in Erpe-Mere voor extra problemen gezorgd heeft, durft Van Biesen niet zeggen. “Het betrof een nieuwe woning en die zijn allemaal goed geïsoleerd. Dat is belangrijk, maar maakt het voor ons wel moeilijker werken omdat de hitte binnen in het gebouw blijft.”